Het is perentijd! Steel de show met deze prachtige, zeer smakelijke open perentaart met gestoofde, verse peren. Uiteraard volgens oud Hollands recept.
Wat heb je nodig voor de open perentaart?
– 300 gram bloem
– 200 gram boter
– 150 gram lichtbruine basterdsuiker
– een ei
– een snufje bakpoeder
Voor de vulling
– 60 gram kristalsuiker
– 6 grote handperen
– sap van 1 citroen
– citroenschil
– 1 vanillestokje
– theelepel aardappelmeel
Hoe maak je de perentaart klaar?
Je start met het deeg. Verwarm de oven voor op 150 graden (hete luchtoven). Kneed alle ingrediënten door elkaar vlug tot een soepele bal. Deze bal rol je op een met bloem bestoven werkblad uit tot een niet te dunne lap (hoe dunner het deeg, hoe grote de kans dat de taart straks met de vruchten erin gemakkelijk uit elkaar valt…). Laat het deeg, afgedekt met een schone theedoek een half uur rusten. Dan wordt het steviger. Vul er vervolgens een met boter ingevette taartvorm mee (het leukste is eentje met een gekartelde rand). Leg op het deeg een vel bakpapier en vul de vorm met bakbonen (te koop bij een kookwinkel, spliterwten of gedroogde bonen kunnen ook). Laat nu de taart 30 minuten baken in de oven. Je kunt nu aan de gang met de vulling. Na 30 minuten bakken, haal je de taartbodem even uit de oven. Verwijder het bakpapier met bakbonen en schuif de taart terug in de oven. Bak de taartbodem nog 15 tot 20 minuten zonder de bonen.
De vulling
Meng het citroensap met de suiker, de vanille (geschraapt uit het stokje) en een kleine scheut water. Schil de peren, snijd ze in vieren en verwijder het klokhuis. Leg de peren in een ruime pan in het citroensapmengsel, zodat alle stukken in het sap liggen. Zet de pan op het vuur en verwarm het geheel tot tegen het kookpunt aan (niet laten koken, dan veranderen de peren al snel in pulp!). Laat de peren met een deksel op de pan nu rustig gaar stoven. Af en toe voorzichtig omscheppen. De peren zijn gaar wanneer ze zacht, maar nog wel mooi in vorm zijn. Dit is ongeveer na 30 tot 45 minuten stoven. Neem de peren uit het sap en laat ze goed uitlekken en afkoelen. Het overgebleven sap dik je in door in een klein kopje een scheutje sap te mengen met 1 theelepel aardappelmeel en dit mengsel met een garde door het sap te roeren. Het sap verandert hierdoor in een smakelijke, dikke gelei. Deze gelei gebruik je straks om de taart mee af te maken.
De taart
Haal de wat afgekoelde taartbodem heel voorzichtig uit de vorm (de randjes breken heel gemakkelijk af). Leg vlak voor het opdienen de koude peren op de bodem en bestrijk ze met de gelei.
Snoepen maar!
Zin in taart, maar geen trek in peren? Maak dan ook eens oma’s natte appeltaart!