Drie-in-de-pan zijn kleine, dikke pannenkoekjes met daarin krenten en rozijnen. Nóg lekkerder worden ze wanneer je ook nog een appeltje door het beslag snippert.
Dit recept is voldoende voor 12 kleine pannenkoekjes.
Wat heb je nodig voor drie in de pan?
– 200 gram zelfrijzend bakmeel
– 3 dl. koude melk
– 50 gram (gewassen) krenten
– 50 gram rozijnen
– snufje zout
– 1 appel
– zonnebloemolie om in te bakken
– suiker gemengd met wat kaneelpoeder voor over de pannenkoekjes
Hoe maak je het klaar?
Van het bakmeel, melk en zout maak je een glad beslag. Het is handig om hiervoor een mixer met deeghaken te gebruiken. De gewassen en goed uitgelekte krenten, de rozijnen en de gesnipperde appel voeg je toe aan het beslag. Van dit beslag kun je direct na het mengen de koekjes bakken.
Het bakken van de koekjes
Verhit hiervoor een koekenpan totdat een drupje water in de pan rondtolt. Giet een scheutje olie in de pan. Nu maak je van het beslag kleine koekjes, die langzaam gaar en bruin worden. Halverwege even keren. Er passen – je raadt het vast al – 3 koekjes tegelijk in de pan!
De koekjes kun je voor het opdienen bestrooien met wat suiker en kaneel.
Heb je trek in iets anders voor de lunch? Probeer ook eens oma’s rijkgevulde kippensoep!